Archief | oktober, 2013

OUDERENMISHANDELING IN PLUS

26 okt

Cover Plus

Jaarlijks worden naar schatting 200.000 65-plussers het slachtoffer van ouderenmishandeling, zoals vastbinden, intimidatie of financiële uitbuiting. De daders? In de meeste gevallen familieleden. Twee hulpverleners vertellen in Plus Magazine hoe dat zit.

Koop het novembernummer van Plus nu in de winkel (verkrijgbaar t/m 21 november). Of lees het hele artikel hier

OUDERENMISHANDELING NOG ALTIJD TABOE

26 okt

Plus 1Plus 2

Gepubliceerd in Plus Magazine, november 2013

Jaarlijks worden naar schatting 200.000 65-plussers het slachtoffer van ouderenmishandeling, zoals vastbinden, intimidatie of financiële uitbuiting. De daders? In de meeste gevallen familieleden. Twee hulpverleners vertellen.

  • Anneke Vegter (58) merkt als ambulant psychiatrisch verpleegkundige ouderenzorg in Twente uit eerste hand wat het betekent als ouderen mishandeld worden. Als aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling binnen haar instelling adviseert ze collega’s hoe ze hiermee moeten omgaan.
  • Anneke de Ruijter (53) is psychosociaal werker en netwerkcoördinator bij het Steunpunt Huiselijk Geweld in Amsterdam met ouderenmishandeling als speciaal aandachtsgebied. Eerder werkte ze onder andere in de vrouwenopvang met slachtoffers van huiselijk geweld.

Wat verstaan we onder ouderenmishandeling?

Anneke de Ruijter: “Het gaat om een heel scala aan zaken, van knijpen tot geld pikken, en van schelden tot verwaarlozing. Simpel gezegd is het al het gedrag van een verzorger dat de oudere schade toebrengt.”

Anneke Vegter: “Een belangrijk kenmerk is ook zo dat de oudere geheel of gedeeltelijk afhankelijk is van degene die mishandelt. Bijvoorbeeld omdat die boodschappen doet, of simpelweg voor het gezelschap.”

Komt het veel voor?

Anneke Vegter: “Heel veel. Exacte cijfers zijn er niet, maar we schatten dat jaarlijks 200.000 65-plussers met mishandeling te maken krijgen. Dat is één op de twintig.”

“Overigens werden er in 2012 bij de regionale Steunpunten Huiselijk Geweld slechts 1027 meldingen van ouderenmishandeling gedaan”, vult Anneke de Ruijter aan. “Het topje van de ijsberg dus. Ouderenmishandeling is nog altijd een taboe.”

Wie worden er vooral slachtoffer?

Anneke Vegter: “In het algemeen kun je zeggen: hoe kwetsbaarder en afhankelijker de oudere, hoe groter de kans dat het misgaat. Oudere vrouwen worden iets vaker mishandeld dan mannen, net als ouderen die samenwonen en ouderen met een chronische ziekte.”

Anneke de Ruijter geeft een voorbeeld: “Een alleenstaande oudere vrouw die slecht ter been is, vraagt haar buurman om wekelijks boodschappen voor haar te doen. Hij vindt dat hij als tegenprestatie best een paar van zijn eigen inkopen met haar geld mag afrekenen. De vrouw komt daar pas achter als ze steeds vaker te weinig wisselgeld terugkrijgt. Maar ze durft er niets van te zeggen, uit angst dat hij haar dan niet meer wil helpen.”

Klopt het dat de plegers meestal familieleden zijn?

“Ja”, bevestigt Anneke Vegter. “Van de 1027 meldingen in 2012 was bij 35% een (klein)kind de dader. In 27% van de gevallen ging het om een (ex-)partner en in 24% om andere familieleden. De restgroep waren andere naasten, zoals buren of vrienden. Professionals en zorgvrijwilligers bleken zelden – minder dan 2% – plegers te zijn.”

“Dat laatste cijfers kan overigens vertekend zijn”, nuanceert Anneke de Ruijter. “Mishandeling door zorgprofessionals moet namelijk bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden gemeld, en niet bij het Steunpunt Huiselijk Geweld.”

Waarom doen familieleden elkaar zoveel narigheid aan?

Anneke de Ruijter: “Overbelasting van de mantelzorger is een belangrijke oorzaak. Neem een dochter die zich heel verantwoordelijk voelt voor haar eigen gezin én voor de zorg van haar dementerende moeder. Misschien vindt ze het ongemakkelijk dat zij nu opeens de ouderrol heeft. De aftakeling van haar moeder maakt haar tegelijk geïrriteerd en verdrietig. Dan kunnen grenzen gemakkelijk verschuiven. De eerste keer dat de dochter haar moeder hardhandig vastpakt om haar te laten luisteren, schrikt ze van haar eigen gedrag. Maar gaandeweg wordt dat ‘gewoner’ en neemt het geweld toe.”

Anneke Vegter ziet dat soort situaties ook veel. “Ouderenmishandeling hoeft niet altijd met opzet te gebeuren. Neem een man die zijn echtgenote opsluit omdat ze anders gaan dwalen. Of een zoon die zijn vader wat extra kalmerende medicijnen geeft omdat hij dan gedurende de dag minder onrustig is. Dat kan goedbedoeld zijn, maar het mag niet.”

Naar schatting tweederde van de gevallen van oudermishandeling gebeurt wél opzettelijk, blijkt uit onderzoek.

“Daar kan van alles achter zitten”, aldus Anneke Vegter. Ik had eens een geval van een dochter die besloot een tweede hypotheek op het huis van haar vader te nemen om haar gokschulden af te betalen. Door zijn leeftijd en zijn psychische problemen besefte die man niet goed wat hij had getekend. Vervolgens kwam hij in de financiële problemen.”

Anneke de Ruijter herkent dat. “Bij financiële uitbuiting blijkt de pleger vaak zelf schulden te hebben. Kinderen denken dan bijvoorbeeld: ‘mijn ouders hebben de morele verplichting om me uit de brand te helpen’ of ‘mijn moeder heeft dat geld toch niet meer nodig’. Iets anders is dat kinderen soms wraak nemen voor het leed dat hun ouders hen naar eigen zeggen hebben aangedaan. Bijvoorbeeld door steeds denigrerende opmerkingen te maken of iemand zijn favoriete spulletjes onthouden.”

“Als de mantelzorger alcohol- of drugsproblemen heeft, of psychiatrisch patiënt is, is er ook een grotere kans op oudermishandeling”, vult Anneke Vegter nog aan. “En een cultuur van geweld in het gezin verlaagt de drempel eveneens.”

Waarom pikken slachtoffers dat allemaal?

Anneke de Ruijter: “Die afhankelijkheid waar we het eerder over hadden speelt een heel belangrijke rol. Ouderen zijn bang dat als ze melding van de mishandeling maken er straks helemaal niemand meer voor ze zorgt en ze dan naar een tehuis moeten. Ze schamen zich ook dat ze het zich laten aandoen. En ze zijn vaak bang dat de dader in de problemen komt, zeker als het een (klein)kind is. Soms zijn ouderen letterlijk niet in staat zich te uiten, bijvoorbeeld omdat ze niet goed meer kunnen parten.”

“De cultuur in het gezin is zogezegd ook belangrijk”, aldus Anneke Vegter. “Veel ouderen zijn nog opgevoed met het idee dat je de vuile was nooit buiten moet hangen. Al dat soort zaken dragen bij aan het lage aantal meldingen van ouderenmishandeling. Verder merk ik dat veel omstanders de signalen niet herkennen. Of als ze die wel opmerken, weten ze niet wat ze ermee moeten doen. Dan is wegkijken ogenschijnlijk de makkelijkste oplossing.”

 

Hoe worden dit soort problemen meestal opgelost?

Anneke de Ruijter: “Ouderenmishandeling stopt nooit vanzelf. Sterker nog, als je er niets aan doet, neemt de mishandeling meestal alleen maar toe. De eerste stap naar een oplossing is erover praten. Voor professionele hulpverleners geldt sinds 1 juli de Meldcode Huiselijk Geweld, waar onder andere in staat dat zij bij signalen van mishandeling met een collega moeten bespreken wat eraan te doen. Maar ook omstanders en slachtoffers zouden vaker aan de bel moeten trekken, hoe lastig dat ook is. Als je het gevoel hebt dat er iets niet pluis is, bespreek dat dan met bijvoorbeeld iemand van de thuiszorg of de huisarts. Je kunt ook altijd voor advies bellen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld: 0900 – 1 26 26 26 (5 cent per minuut). Slachtoffers die iets aan hun gedrag willen doen, kunnen daar trouwens ook  terecht. “

“Wat je bij een vermoeden van ouderenmishandeling in ieder geval niet moet doen, is het erbij laten zitten”, besluit Anne Vegter. “Hulp in dit soort lastige situaties vraagt veel geduld. Ik had eens een cliënte die constant door haar man werd gekleineerd en uitgescholden. Hoewel hij – nog – niet sloeg, dreigde hij wel met geweld. De vrouw wilde absoluut niet dat ik iets ondernam. Ik heb haar vervolgens iedere maand opgebeld om te vragen hoe het ging, en te zeggen dat ze altijd bij mij kon aankloppen. Na een half jaar deed ze dat ook, en konden we een hulptraject starten. Overigens zoeken we altijd naar een oplossing voor het slachtoffer én de pleger. Een mantelzorger met financiële problemen verwijzen we bijvoorbeeld naar de schuldhulpverlening. Het doel is immers niet om een boeman aan te wijzen, maar om een structurele oplossing voor iedereen te vinden.”

Meer informatie: http://www.vooreenveiligthuis.nl.

[kader]

Dit is ouderenmishandeling

  • Lichamelijke mishandeling: slaan, schoppen, knijpen, vastbinden, te veel of te weinig medicijnen geven
  • Geestelijke mishandeling: schelden, pesten, treiteren, dreigen, bevelen, manipuleren, iemand sociaal isoleren
  • Verwaarlozing: te weinig eten of drinken geven, onvoldoende persoonlijke hygiëne, psychische verwaarlozing
  • Financiële uitbuiting: diefstal, dwingen tot testamentverandering, te weinig geld geven, zonder toestemming spullen verkopen
  • Seksueel misbruik: exhibitionisme, iemand op een seksuele manier betasten, verkrachting
  • Schending van rechten: post achterhouden, bezoekers wegsturen, iemand verhinderen het huis te verlaten

[kader]

Zo herken je het

  • Zichtbaar letsel, zoals blauwe plekken of schrammen
  • Schrikreactie of angstig bij (onverwachte) aanraking
  • Onsamenhangende of tegenstrijdige verklaringen over verwondingen
  • Depressieve, angstige indruk
  • Onverzorgd, verwaarloosd uiterlijk
  • Spullen die verdwijnen
  • Weigeren van hulp of gesprekken
  • Krijgt geen gelegenheid om alleen met anderen te praten
  • Onverklaarbaar geldtekort
  • Lege koelkast