Tag Archives: kwekerij Joosten

EEN TUIN VOL DANSERESSEN

13 mei

Gepubliceerd in Buitenleven 4, april 2017 (fotografie: Sietske de Vries)

Of het echt de allergrootste van Europa is durft ze niet met zekerheid te zeggen. Maar dat Marianne Joosten (58) één van de grootste collecties irissen en Hemerocallissen – beter bekend als daglelies – heeft, staat wel vast. Duizenden soorten beheert en verkoopt ze, waarvan de meeste in haar enorme showtuin in Rutten (Flevoland) zijn terug te vinden.

Het begon allemaal halverwege de jaren ’80. Marianne Joosten zocht een hobby. Iets alleen van haar, een rustpuntje in haar drukke bestaan. Samen met haar man Freddy runde ze een landbouwbedrijf, dat ze in 1978 van Freddy’s vader en moeder hadden overgenomen. Zowel de ouders van Freddy als die van Marianne waren pioniers in de Noord-Oostpolder. Afkomstig uit respectievelijk Noord-Brabant en Limburg hadden die na de Tweede Wereldoorlog alles achter zich gelaten om te helpen bij het droogleggen van ‘het nieuwe land’. In 1954 waren zij één van de eersten die in aanmerking kwamen voor een eigen boerenbedrijf aldaar. 25 jaar later namen Freddy en Marianne het stokje over. Inmiddels runnen ze het familiebedrijf samen met een van hun vier zonen, Erwin, die de kwekerij uiteindelijk helemaal zal overnemen.
“Toen wij begonnen, was het economisch een lastige tijd voor boeren”, vertelt Marianne. “De rente was torenhoog, de inkomsten waren laag. We werkten voor de bank, zo voelde het.” Om wat afleiding te hebben van de dagelijkse sores en een extra zakcentje te verdienen, besloot ze snijbloemen te gaan kweken. De keus viel op gipskruid – eind jaren ’70 een razend populair bloemetje, dat zo ongeveer in elk boeket was terug te vinden. “Ik begon met een klein veldje. De oogst ging elke ochtend naar de bloemenveiling. Hartstikke spannend; ik wist vooraf nooit wat ik eraan over zou houden.”

2000 gulden
Ze beleefde er zoveel plezier aan, dat ze in 1986 besloot uit te breiden met haar lievelingsbloemen, irissen. “Ze zijn zo sierlijk”, zegt ze. “Met hun zwierige rokjes lijken het wel danseressen.” Bij een handelaar in Voorburg kocht ze een collectie met veertig verschillende soorten. Die had ook nog een collectie met vijftig soorten Hemerocallissen in de aanbieding – beter bekend als daglelies. “Tweeduizend gulden wilde hij daarvoor hebben”, weet Marianne nog. “Dat was in die tijd ontzettend veel geld. Maar mijn man twijfelde geen moment. ‘Vind je het leuk? Dan doen we het!’, zei hij.”
Terug in Flevoland ging Marianne enthousiast met de planten aan de slag. Door ze steeds te delen, groeide het aantal gestaag. En toen stopte er middenin een zomer ineens een Duitse auto in het verlaten polderland. “Heeft u de collectie Hemerocallissen van de heer Gerritsen gekocht?”, vroeg de man die uitstapte. “Bleek dat hij al drie jaar op zoek was naar een specifieke, oranje soort”, vertelt Marianne. “Tot mijn stomme verbazing wilde hij voor één neus – een groeipunt van een vaste plant – 80 mark betalen. Ik kon mijn oren niet geloven.” In de catalogus die de Duitser haar liet zien, zag ze allemaal vergelijkbare prijzen. “Toen realiseerde ik me pas wat voor een collectie ik in handen had. Vanaf dat moment ben ik planten aan particulieren gaan verkopen.”

Fanclubs
Marianne kwam tot de ontdekking dat er tal van verzamelaars van irissen en Hemerocallissen zijn. “Sommige mensen verzamelen koi karpers, andere planten”, zegt ze. “Er zijn fanclubs, tijdschriften en congressen voor iris- of Hemerocallisliefhebbers. Het is een wereld op zich.” Gaandeweg kreeg ze er steeds meer lol in om haar eigen collectie uit te breiden. Met als gevolg dat ze nu zo’n 1300 verschillende soorten Hemerocallissen heeft en 1500 soorten irissen. “Dat klinkt veel, maar de diversiteit is enorm. Je hebt hoge en lage planten, vroege en late bloeiers, en ga zo maar door. Verder is er eindeloos veel variatie in de kleuren en vormen van de bloemen.”
Bijna al haar soorten zijn te bewonderen in de gigantische showtuin van 2800 m2 in de vorm van een iris, die ze in 1996 besloot aan te leggen. Het doel: deze prachtige planten meer bekendheid geven. “Het zijn rijk bloeiende en gemakkelijke vaste planten, die niet veel nodig hebben”, aldus Marianne. “Maar het allerbelangrijkste is dat ze zo mooi en sierlijk zijn. Als ik door mijn tuin loop en de bloemen zie stralen in de zon, kom ik echt helemaal tot rust. Ik voel me vereerd om ieder jaar weer van zoiets moois te mogen genieten.”
Om haar enthousiasme met anderen te delen, organiseert ze open dagen, rondleidingen en lezingen. In de verkoophoek zijn zo goed als alle soorten irissen en Hemerocallissen te koop, met prijzen variërend van 5 tot 80 euro. Daarvoor komen liefhebbers van heinde en verre. Steeds vaker weten die de kwekerij ook via internet te vinden. “Op onze website hebben we een uitgebreide webshop. Inmiddels is zo’n dertig procent van onze verkoop online. Duitsland, België, Engeland, Amerika, Rusland; onze planten gaan de hele wereld over.”

Daglelie met roomkaas
Hoewel de Hemerocallis in de volksmond ‘daglelie’ heet, is dat volgens Marianne eigenlijk een misleidende naam. Het is namelijk helemaal geen lelie. “De Hemerocallis is een vaste plant, die groeit in een kluit. Hij heeft dus geen bol, zoals een lelie. De bloemen van daglelies zijn – zoals de naam al zegt – na één dag uitgebloeid. Maar er komen zoveel bloemen aan een plant, dat je zeker zes tot acht weken achter elkaar plezier van de bloei hebt.”
Nog een verschil: het stuifmeel van de daglelie geeft in tegenstelling tot dat van de lelie géén permanente vlekken. En terwijl de bloemen van een lelie heel giftig zijn, kun je die van de enkelbloeiende daglelie prima eten. (Dubbelbloemige planten zijn niet eetbaar.)
“Sinds een paar jaar organiseren we iedere zomer een Hemerocallisdiner”, besluit Marianne. “Dan bereiden twee koks een viergangenmenu met de bloemen. Die smaken naar knapperige sla. Oranje bloemen zijn wat zoetig, rode juist weer peperig. Je kunt ze bijvoorbeeld vullen met roomkaas, rijst of ijs. Ook de knoppen zijn lekker, bijvoorbeeld in de soep of een witlofschotel. Die moet je voor gebruik wel even blancheren. Verder is het natuurlijk prachtig om je gerecht met bloemen te versieren. Zo wordt elke maaltijd een feestje.”

[Kader]
Kwekerij Joosten is van 1 april tot 1 augustus elke zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur geopend. Daarbuiten ook op afspraak. Het derde weekend van mei en het tweede weekend in juli is er een open weekend met speciale activiteiten.
Meer informatie: www. kwekerij-joosten.nl.

[Kader]
Hemerocallis

  • Vaste plant met een grof wortelgestel die groeit in een kluit.
  • Vanuit de kroon groeien stevige bloemenstengels, die zelfs bij veel regen of wind blijven staan.
  • Afhankelijk van de soort dragen de bloemenstengels tussen de 15 en 50 bloemen.
  • De bloemen verschillen in doorsnede van 3 tot 30 centimeter.
  • Er zijn vroegbloeiende soorten (juni) en laatbloeiende soorten (juli/augustus). Sommigen herbloeien in september/oktober.

[Kader]
Iris

  • Er zijn verschillende soorten irissen, die allemaal een andere grondsoort en verzorging nodig hebben.
  • Afhankelijk van de soort bloeien de vaste planten tussen april en juni.
  • De bekendste is de baardiris (Iris Germanica), die zijn naam dankt aan de ‘baard’ die op de onderste bladeren groeit (bedoeld om hommels te lokken). Groeit in elke doorlatende, losgemaakte grondsoort.
  • Een heel andere soort is de Japanse iris, (Iris Ensata), die van veel vocht houdt. In de zomermaanden kan die zelfs in het water staan.
  • De ‘Van Gogh-iris’ (Iris Sibirica) is te herkennen aan het grasachtige blad, waarboven de bloemen op hoge stelen uitsteken.

[Kader]
TUINTIPS VAN MARIANNE

Baardiris 

  • Baardirissen hebben ‘zon op de voeten’ nodig. Kies dus een zonnige plaats in de tuin en plant er geen andere planten direct omheen. Zonder voldoende zon zullen we weinig bloeien en uiteindelijk wegkwijnen.
  • Als je een plant in een pot hebt gekocht, laat die dan volledig uitbloeien, voordat je hem in de volle grond plaatst. Geef de pas geplante iris met droog weer wel wat water, anders gaat die in rust en maakt hij geen nieuwe wortels.
  • Plant de iris oppervlakkig in een losgemaakte grondsoort. Een goede methode is om een plantgat te maken met een verhoging in het midden. Plaats de stengel (rhizoom) op de verhoging en spreidt de wortels naar beneden toe uit. Druk ze stevig aan. Het is het beste als de bovenkant van de stengel net boven de grond steekt. Zo voorkom je dat ze wegrotten. Plant irissen ongeveer 30 centimeter uit elkaar.
  • Het eerste jaar zullen de planten weinig tot geen bloemen geven, maar naarmate ze ouder worden, wordt de bloei steeds rijker.
  • Als ze uitgebloeid zijn, verwijder je de volledige bloemstengel. Voorkom dat er water in de gemaakte wonden blijft staan, omdat dit tot rotting kan leiden.
  • Na een jaar of vier kan de bloei afnemen. Dan is het nodig om de iris te scheuren en opnieuw te planten. De beste periode om te verplanten is na de bloeiperiode.
  • Baardirissen hoeven geen overdreven bemesting. Geef ze vroeg in het voorjaar en onmiddellijk na de bloei een beetje bloed – en beendermeel, of samengestelde meststoffen met een laag stikstofgehalte (7-14-28) Te rijke meststoffen zorgen voor veel loof en weinig bloemen, en maakt irissen heel gevoelig voor ziekten.

Hemerocallis

  • Hemerocallissen groeien in elke goed losgemaakte, doorlatende grondsoort. Plant ze op ongeveer 8 cm diep, met 45 cm ertussen, op een zonnige of half beschaduwde plaats.
  • Zorg voor een zuivere aanplant, zonder onkruid en afgestorven bladeren. Dit voorkomt ziekten en ongedierte.
  • De Hemerocallis kan het hele jaar door geplant worden, maar de beste periode is tussen oktober en april, buiten vorstperiodes om.
  • Kleine Hemerocallissen kunnen ook in potten worden geplant.
    Bemest de Hemerocallis in het voorjaar en na de bloei licht met bloed- of beendermeel of een samengestelde meststof (12-10-18).
  • Het duurt een jaar of drie voor je optimaal kunt genieten van de weelderige bloei, waarna de planten nog jaren kunnen blijven staan. Als de bloei vermindert, kun je ze delen en herplanten.
  • De Hemerocallis is een vaste plant die relatief weinig last heeft van ziekten en plagen. Wel duikt de Hemerocallis galmug steeds vaker op, een klein insectje dat eitjes legt in de jonge bloemknoppen van de vroegbloeiende Hemerocallissen. De larfjes eten de bloemknop van binnenuit op, waardoor de bloemknop misvormd raakt. Verwijder de aangetaste bloemknop (niet de hele bloemstengel, dat is niet nodig). Gooi de aangetaste bloemen niet op de composthoop, om verdere verspreiding te voorkomen.