Niet ieder kind is even zeker van zichzelf of vindt het makkelijk om contact te maken met anderen. Voor hen richtten Lieve van Geldorp en Fleur Termijtelen twee jaar geleden het Sterkamp op.
“Het begon met niet veel meer dan een droom”, vertelt orthopedagoge Lieve van Geldorp. Zij en haar vriendin Fleur, die als organisator van grote evenementen werkte, fantaseerden regelmatig hoe mooi het zou zijn als ze kinderen die onzeker over zichzelf waren zouden kunnen helpen om steviger in hun schoenen te staan. En dat zonder ze meteen te bestempelen als ‘probleemgeval’. “Fleur is goed in het regelen van dingen en ik weet veel over de ontwikkeling van kinderen. Zo kwamen we op het idee onze krachten te bundelen en een speciaal kinderkamp te organiseren. Door kinderen op een leuke manier gedragsoefeningen te laten doen, dachten we hen zelfverzekerder en sociaal weerbaarder te kunnen maken. En dat blijkt te werken!”
Beter voelen
Lieve’s ogen stralen als ze over het initiatief vertelt. Niet zo vreemd, want hun Stichting, die mede wordt gefinancierd door Kinderpostzegels en het VSB-fonds, groeit als kool. “We hebben bewust gekozen voor een Stichting en niet een onderneming”, legt Lieve uit. “Ons doel is kinderen te helpen, niet om er zelf rijk van te worden. Bovendien wilden we de kosten voor ouders zo laag mogelijk houden. Dat kon alleen als we met subsidies gingen werken.” Idealistisch of niet, Stichting de Ster is inmiddels uitgegroeid tot een serieuze onderneming met vijf medewerkers, gevestigd in een deftig kantoorpand in Amsterdam. Hadden ze nog in 2005 nog 50 deelnemers aan hun kampen, in 2006 waren dat er al 180 en in 2007 230. En er zijn plannen voor verdere uitbreiding. “Op onze Sterkampen komen kinderen van acht tot en met twaalf jaar”, vertelt Lieve. “Sinds 2006 organiseren we ook Maankampen, het even leuke vervolg op het Sterkamp. In de toekomst willen we het concept verder ontwikkelen en ook activiteiten voor twaalf tot zestienjarigen gaan organiseren.”
De gedachte achter het Sterkamp in feite heel simpel: je leert kinderen hun gedachten te ordenen en verschillende oplossingen te bedenken voor lastige situaties. Op die manier help je hen om zich beter te laten voelen over zichzelf. Dat gebeurt door middel van fysieke oefeningen, gesprekken en vooral ook heel veel spelletjes. Elk kamp is op dezelfde manier georganiseerd. Er zijn pedagogen en psychologen aanwezig voor de mentale begeleiding van de kinderen. Er zijn bewegingsdeskundigen die werken aan hun lichaamshouding en die zelfverdediginglessen geven. En er zijn acteurs die rollenspellen verzorgen om de vertaalslag van theorie naar praktijk te maken. Tezamen draaien zij een vast schema af, dat tot in de puntjes is uitgedacht.
Lieve heeft het programma zelf, in samenspraak met een team van experts, ontwikkeld. De effectiviteit ervan wordt doorlopend getest door de Universiteit van Amsterdam. Uit hun onderzoeksresultaten blijkt dat kinderen die aan het Sterkamp hebben deelgenomen zes weken na het kamp veel minder angstig zijn dan onzekere leeftijdsgenootjes die dat niet hebben gedaan. Ook na een half jaar is dat effect nog meetbaar. “Ze voelen zich meer geaccepteerd, hebben meer zelfvertrouwen en ondervinden minder sociale problemen”, aldus Lieve. “Dat is geweldig want daardoor durven ze zich op een andere manier te gaan gedragen. Zo kruipen ze langzaam uit hun schulp.”
Boommeditatie
Het zijn behoorlijk zware thema’s die tijdens de kampen aan de orde komen, zoals pesten, uitsluiting en het stellen van grenzen. Maar daar merk je weinig van als je tussen de dertig rennende en joelende kinderen in de bossen van Austerlitz loopt. Het ontbijt is net achter de rug op dag twee van het Sterkamp en Lieve leidt me rond op het kampterrein. Wie verwacht dat een pedagogisch kamp er anders uit ziet dan een willekeurig kinderkamp komt bedrogen uit. Er wordt gespeeld, gezongen en gegiecheld. Op de stapelbedden in de meisjeszaal liggen behalve de geijkte slaapzakken make-up spulletjes met veel roze en glitter. Bij de jongens is het vooral een rotzooitje.
In een van de gezamenlijke ruimtes hangt een groot papier op de muur met daarop het ‘Sterlied’. Als we er langslopen barst Lieve spontaan in zingen uit.
Wij zijn de sterren
Wij zijn echte sterren
We zingen, dansen en doen toneel
en maken lol, heel erg veel
Niet meer te stuiten
zowel binnen als buiten
Ik vind het vet dat ik kan zeggen
een échte Sterkamper te zijn
Sterkamper te zijn hé
Sterkamper te zijn hé
Sterkamper te zijn ahoy!
“Met dat lied beginnen en eindigen we de dag hier”, lacht Lieve, nadat ze het laatste ‘ahoy’ er op volle kracht heeft uitgegooid. “Het maakt de kinderen trots om hier te zijn.”
Elke dag op het Sterkamp is georganiseerd rond drie vaste onderdelen: het sterspel, waarin veel aandacht is voor beweging. De sterclub, waarin over problemen wordt gepraat. En het stertheater, waarin kinderen aan de hand van rollenspellen wordt geleerd hoe ze met moeilijke situaties moeten omgaan. Daarnaast zijn er vrije uren en staan er allerlei leuke kampactiviteiten op het programma. Vandaag start de dag met het sterspel. Nadat de kinderen wat oefeningen hebben gedaan om wakker te worden en ze gezamenlijk de ‘stergroet’ hebben gebracht, begint het serieuze werk. De bewegingsdeskundigen laten de kinderen een oefening doen, genaamd de boommeditatie. Er worden koppels gevormd, waarbij de een (de wind) probeert de ander (de boom) om ver te duwen. In de eerste ronde moet de boom zich heel kwaad maken, in de tweede juist ontspannen. Zo ervaren de kinderen dat je met veel stress in je lichaam makkelijker uit evenwicht wordt gebracht. En passant krijgen de kinderen ter ondersteuning wat ademhalingsoefeningen mee. De boodschap: als je je boosheid door goed adem te halen onder controle kunt houden, zal een vervelend klasgenootje je minder snel uit het lood kunnen brengen.
Bij een volgende oefening moeten steeds drie kinderen met ovenhandschoenen aan een toren van schuursponsjes bouwen, terwijl de anderen alles in het werk stellen om hen zoveel mogelijk af te leiden. De achterliggende gedachte van dit spel is te leren hoe je je niet kunt laten afleiden en je je impulsen onder controle kunt houden. En dat werkt. Zodra de kinderen zich sterk concentreren door steeds hardop te herhalen dat ze zich niet laten storen, wordt de toren aanmerkelijk groter. Het sterspel wordt – zoals elke activiteit – afgesloten met een aantal ‘stermomentjes’. Er worden acht armbandjes uitgedeeld aan kinderen die er in positieve zin zijn uitgesprongen die ochtend. Zes worden er weggegeven door de trainers, de andere twee mogen de kinderen aan elkaar geven. Op die manier wordt positief gedrag extra beloond.
Sterstoplicht
Het tweede deel van de dag bestaat uit de sterclub, het meest serieuze onderdeel van het programma. Hieraan nemen niet meer dan acht kinderen tegelijk deel. De bedoeling van de club is om te leren dat je op verschillende manieren met moeilijke situaties kunt omgaan. Daarvoor is het sterstoplicht in het leven geroepen. Heb je bijvoorbeeld ruzie met je moeder, dan staat het stoplicht op rood. Het betekent: even stoppen en nadenken voordat je iets doet waar je later spijt van krijgt. Als dat lukt, kom je automatisch in oranje. Dat is de stap waarin je verschillende oplossingen verzint om met de lastige situatie om te gaan. Bij groen ga je tot actie over: je kiest één oplossing uit en kijkt of die werkt. Zo niet, dan ga je terug naar oranje en probeer je een andere.
Om de beurt dragen de kinderen ‘rode’ situaties aan. “Als mijn zusje me pest en mijn moeder haar gelijk geeft”, zegt Lieke van elf. “Als ik ’s avonds net lekker aan het gameboyen ben en mijn vader zegt dat ik naar bed moet”, zegt Simon van acht. “Als ik in de klas wil praten met mijn vriendinnetje en de juf wordt boos”, zegt Elsa van tien. De begeleiders besluiten de situatie van Lieke na te spelen. De kinderen komen met allerlei suggesties over hoe met het probleem om te gaan. Na een aantal mislukte pogingen blijkt er plotseling een te werken. “Zo zie je maar”, zegt de trainer. “Als je een probleem van verschillende kanten leert bekijken, vind je uiteindelijk altijd een oplossing.” En om te onderstrepen dat de kinderen die tactiek vanaf nu allemaal zelf kunnen gebruiken, krijgen ze een heus Sterrijbewijs. Examen geslaagd.
Even later kunnen de kinderen hun nieuw opgedane kennis meteen toepassen tijdens het stertheater. Daarin spelen ze zelf moeilijke situaties na. Edwin van negen vertelt dat hij op school nooit mee mag doen het pokerspel dat andere jongens in zijn klas graag spelen. Hij voelt zich daardoor buitengesloten. “Welke kleur is de situatie waarin Edwin zit?”, vraagt een van de acteurs die het theater begeleidt. “Rood!”, klinkt het uit zestien monden tegelijk. “En ik weet wel een oplossing om hem in oranje te brengen”, roept een klein meisje met een enorme bos bruine krullen. “Hij kan voorstellen dat ze om de beurt meedoen.” Zogezegd, zo gedaan. Er worden verschillende oplossingen uitgeprobeerd. De ene werkt beter dan de andere, maar de boodschap is duidelijk. Hoe meer mogelijkheden je voor jezelf creëert, hoe minder snel je onzeker wordt. Als het eind van het theater de ‘stermomentjes’ verdeeld worden, staan de kinderen te springen om elkaar te belonen voor hun positieve gedrag. “En dat terwijl als ze hier binnenkomen niet één kind weet aan wie hij een compliment moet geven”, fluistert de trainer in mijn oor.
Tussen de groepsactiviteiten door is er ook persoonlijke aandacht voor de kinderen. Elke deelnemer heeft een eigen mentor, waarmee hij of zij dagelijks over een persoonlijke leerdoel praat. Dan kan bijvoorbeeld zijn om minder snel boos te worden of om niet zo negatief over zichzelf te denken. Op die manier leren kinderen weer de baas te worden over hun eigen gedachten. Een kleine rondgang langs de kinderen leert dat het grootste leed vooral voortkomt uit gepest worden op school en eindeloze ruzies met broertjes en zusjes.
Geheime vrienden
Tegen zessen zitten de kinderen en de begeleiders moe maar voldaan aan het avondeten. Het hoogtepunt van het diner wordt bereikt als Lieve de doos met ‘secrets friends’ onder de tafel vandaan haalt. Het gejoel is niet van de lucht. Bij de start van het kamp heeft iedereen een lootje getrokken met een naam van een van de andere kinderen. Dat is zijn of haar ‘geheime vriend’ voor de rest van de week. Elke dag worden er tekeningen, brieven en gedichtjes voor alle secret friends in een grote doos gestopt. Tijdens het eten trekt Lieve daar een paar uit, waarop de geadresseerde zijn geheime post zelf voorleest. “Een speciale brief voor jou omdat je zo dapper bent”, staat er op een. Een ander krijgt een gedichtje in een vorm van een hart. Een derde ontvangt een tekening, waarop hij zelf het stralende middelpunt vormt. Wie zou daar niet blij van worden?
De lange dag in Austerlitz wordt besloten met ‘Dromenland’. Bij kaarslicht en met warme chocolademelk nemen Lieve en haar kompanen de dag nog eens rustig met de kinderen door. Wat vonden ze het allerleukste en wat ging er misschien minder goed? “De eerste avond durft bijna niemand wat te zeggen”, fluistert Lieve me toe. “Maar aan het eind van de week staan ze allemaal te springen om hun verhaal kwijt te kunnen. En om de andere kinderen te complimenteren met hun ontwikkelingen. Zo’n kamp is elke keer een uitputtingslag. Maar als ik dit zie, weet ik precies waar ik het allemaal voor doe.”
<Kader: Praktische informatie>
Stichting Sterkamp organiseert meerdere kampen per jaar, in de voorjaars-, de zomer- en de herfstvakantie. Een kamp duurt vijf dagen. De kosten voor deelname aan het kamp zijn € 1200. Daarvoor komt € 425 voor rekening van de ouders. De overige kosten worden uit subsidiegelden betaald. Voor ouders die de bijdrage niet kunnen betalen is een extra tegemoetkoming beschikbaar.
Kijk voor meer informatie op http://www.sterkamp.nl.